Regisseur Julie Taymor ging met het oeuvre van The Beatles aan de slag om er een eigenzinnige musical bij te maken. De film komt op een paarse wolk de zaal binnen drijven met bedwelmende beelden en muziek.
Het verhaal draait rond Jude, een jonge arbeider uit Liverpool, gespeeld door Jim Sturgess. Jude werd tijdens de oorlog verwekt door een Amerikaanse soldaat die nog steeds niets van zijn bestaan afweet. Nu, zo’n twintig jaar later, besluit hij zijn vader op te zoeken. Die ontmoeting blijkt een korte, kille aangelegenheid te zijn, maar Jude leert wel Max (Joe Anderson) kennen, een opstandige student, en zijn zus Lucy (Evan Rachel Wood). Op die manier raakt hij betrokken bij de Amerikaanse tegencultuur van de sixties, inclusief seks, drugs, rock ’n roll en de studentenprotesten tegen de Vietnamoorlog.
Dit plot (en de vele zijlijnen die ermee verbonden zijn) wordt haast exclusief verteld via liedjes van The Beatles, en het is dan ook niet verwonderlijk dat de hele film wemelt van verwijzingen naar verschillende nummers. Niet alleen hebben zowat alle hoofdpersonages hun naam te danken aan de teksten van Lennon en McCartney (Jude, Lucy, Sadie enz.), maar ook bepaalde scènes en beelden refereren naar hun geschiedenis. De regisseur verstaat als geen ander de kunst om bestaand materiaal op een volstrekt nieuwe, frisse manier te behandelen en er een originele, opwindende versie van te geven. Hier maakt ze van elke liedjesscène eigenlijk een collage aan beelden en ideeën, die soms weinig minder dan briljant is. Zakenmannen in New York die dansend naar hun werk gaan, soldaten die een Vrijheidsbeeld op hun schouders dragen, en aardbeien die als bommen uit de lucht vallen… Taymor trekt haar hele trukendoos open om toch maar nieuw leven te blazen in liedjes die vaak al veertig jaar meegaan, en dat lukt behoorlijk.
Deze film wordt door de distributeur alleen voor festivals beschikbaar gesteld.
Een unieke gelegenheid dus om deze film in het kader van Buitenblik op groot scherm mee te beleven.