De Ballade van Narayama is een prachtige film boordevol realisme en gevoel, gecentraliseerd rondom het thema van leven en dood. Wij westerlingen zien bovendien een heel bijzondere wijze van omgaan met ouderdom en dood.
Narayama beslaat een tijdsbestek van vier seizoenen, beginnend en eindigend met een winter. De film is een vaak rauw maar bovenal vertederend portret van een klein, volkomen geïsoleerd bergdorp van schijnbaar een eeuw geleden. In deze schitterende omgeving proberen de dorpelingen zichzelf staande te houden, maar zij worden geteisterd door honger, armoe en onderlinge strijd.
Te midden van deze misère bereidt de 69-jarige vrouw Orin zich voor om volgens traditie de Narayama-berg te beklimmen. Het gebruik in het geïsoleerde bergdorp dicteert dat ouderen op de leeftijd van zeventig jaar door hun kinderen naar de top van de berg Narayama worden gebracht, om daar in de sneeuw te sterven. Orin heeft echter nog een uitstekende gezondheid en, meer bijzonder, nog al haar eigen tanden. Haar kinderen voelen weinig voor deze laatste tocht. Orin zet echter door, maar voor zij de berg op gaat, heeft zij nog een aantal zaken te regelen. Zij zoekt een geschikte vrouw voor haar oudste zoon, die weduwnaar is én zij zorgt ervoor dat haar jongste, verstandelijk beperkte zoon tenminste eenmaal in zijn leven met een vrouw slaapt.
Regisseur Imamura geeft een indringend en liefdevol beeld van de bergmensen, hun omgeving en hun tradities. Hij benadrukt steeds hoe dicht het primitieve volk in al zijn eenvoud en domme wreedheid bij de natuur en de dieren staat door veel aandacht aan de wisselende seizoenen te besteden.
In het lange en adembenemende slotstuk, waarin de oude Orin eindelijk haar dood tegemoet gaat, valt de muziek weg en toont de film een laatste maal de berusting in het niet te vermijden lot. Beelden die op de filmkijker een onvergetelijke indruk achterlaten.