Dunkirk opent met honderduizenden Britse en geallieerde troepen die omringd worden door de vijand. Ze zitten gevangen op het strand met hun rug naar de zee gekeerd. Het lijkt een onmogelijke situatie nu de vijand hen van alle kanten heeft ingesloten.
De grote verdienste van Christopher Nolan: hij laat de kijker zintuiglijk ervaren hoe futiel het leven van een enkele soldaat is. En hoe eenzaam die geknakte Britse soldaten waren, ook binnen de groep. Terend op het ieder-voor-zich overlevingsinstinct, dat botst met de onverschillige orde van het militaire korset. Dialoog is daarvoor nauwelijks nodig – wat viel er ook te zeggen. De afgewisselde perspectieven smelten samen tot één universele oorlogservaring.
Nolan, de meester van de intelligente blockbusters (Interstellar, Inception, The Dark Knight), pakt voor zijn tiende film, Dunkirk voor het eerst een historische gebeurtenis (en wat voor een) aan als onderwerp. Zijn visuele vertelkunst, oog voor detail en drang naar historische accuraatheid maken hem uiterst geschikt om Steven Spielberg naar de kroon te steken voor beste moderne Tweede Wereldoorlog film die zich op het strand afspeelt.