Alles klopt aan Let the Right One In: het weergaloze acteerwerk van de twee jonge acteurs, de wonderschone cinematografie die van de overdonderende sneeuwlandschappen een derde hoofdpersoon maakt, de kou die bijna letterlijk voelbaar is. En vooral het feit dat het om een vampierfilm gaat die alle genreconventies aan zijn laars lapt.
De twaalfjarige Oskar Eriksson, die bij zijn moeder woont, verzamelt krantenknipsels over seriemoordenaars. Hij is eenzaam en wordt gepest op school. Dan komt het meisje Eli naast hem wonen. Hij maakt kennis met haar en al gauw blijkt dat ook zij eenzaam is. De twee sluiten vriendschap. Hoewel dit hem kracht geeft om voor zichzelf op te komen, ontdekt hij ook een aantal eigenaardigheden aan Eli zoals het drinken van bloed om in leven te blijven.
Op een dag wordt er aan een boom niet ver van zijn huis een dode jongen gevonden, die op rituele wijze vermoord lijkt te zijn. Dit stelt Oskar voor een belangrijke keuze.
Vertederend en schokkend tegelijk, lief en onschuldig, meeslepend en bloedstollend. Een film om hoog in je favoriete film top tien te zetten. Eli is een bijna menselijke bloedzuiger. Hoewel haar dorst naar bloed ervoor zorgt dat zij moet moorden, is zij geen monster dat bij het ruiken van mensenbloed op tilt slaat. Net zoals mensen ervoor kunnen kiezen wanneer zij een maaltijd nuttigen, doet zij dat ook. Echt beangstigend wordt de film ook nergens, hoewel er wel bloederige scènes zijn, zijn deze slechts ter ondersteuning van de plot en niet voor de sensatie.
De Zweedsa cineast Tomas Alfredson is met vlag en wimpel geslaagd in de verfilming van Lindqvists bestseller.