L’heure d’été is de tweede van vier dit jaar uitkomende films, gefinancierd door het Musée d’Orsay in Parijs. Niet alleen heeft de film een warme schilderachtige sfeer, hij bevat daarnaast ook thema’s als de herinnering aan het verleden en de unieke waarde van oude kunstschatten. Wat is de waarde van het antieke horloge van een grootvader, vooral als dit na zijn dood verkocht moet worden? Verliest een mens zijn identiteit als hij niet terug kan naar het ouderlijk huis? Voor deze dilemma’s staan de drie hoofdpersonages als hun moeder plotseling overlijdt.
Als Hélène voor haar vijfenzeventigste verjaardag haar gezin heeft uitgenodigd, doet ze haar zoon Frédéric het ongewone verzoek haar te beloven na haar dood het ouderlijk huis met zijn gehele antieke inhoud te verkopen. Frédéric wil hier niets van weten en wijst haar verzoek af met de opmerking dat zijn moeder nog lang te leven heeft.
Als Hélène echter kort daarna toch sterft, komen Frédéric en zijn broer en zus wederom bijeen, ditmaal om over de erfenis van hun moeder te spreken. Zijn zus Adrienne (Juliette Binoche) geeft als industrieel ontwerper veel om de spullen. Haar broer Jérémie, die een bestaan heeft opgebouwd in het industrialiserende China, geeft daarentegen niets om de antieke spullen en verkoopt deze het liefst. Frédéric heeft, ondanks de persoonlijke wens van zijn moeder, de meeste moeite met het verlies van de spullen en de hiermee te verdwijnen herinnering.
L’heure d’été is zowel een ode aan de kunst als een ode aan de Franse cinema en een warme douche aan menselijke gevoelens: liefde, pijn, spijt. Alle perikelen rondom de verkoop van een Frans zomerhuis vol dure spullen, rijp voor het museum, zijn zeer voorstelbaar. Wordt een huis vol persoonlijke spullen van zijn identiteit beroofd als het wordt verkocht? Het uiteindelijke antwoord is bevestigend.