Regisseur John Carney, in Ierland bekend als bassist van de band The Frames, koesterde lang de wens een muziekfilm te maken waarin popliedjes het verhaal vertellen. Hiervan is Once het resultaat, een lowbudget musical zonder Hollywood fratsen, waarin non-professionele acteurs, voornamelijk muzikanten, het verhaal vertellen van een muzikaal paar wier liefde alleen mogelijk is in hun passie voor muziek.
Zanger en componist van The Frames, Glen Hansard, speelt een in zelfmedelijden zwelgende muzikant die tijdens een straatsessie een Tsjechisch bloemenmeisje ontmoet, de pianiste Markéta Irglová, die zijn grote passie voor muziek deelt. Er ontstaat een vriendschap en al snel slaat de liefde toe. De twee zijn echter nog verwikkeld in de nasleep van een vorige relatie. De muziek is zodoende de enige manier voor hen om elkaar lief te hebben.
Juist doordat Glen en Marketa geen ‘echte’ acteurs zijn, maar in de eerste plaats musici, komt deze film zo authentiek over. Waar andere films op rare momenten uitbarsten in musicalliedjes, is hier het verhaal in de nummers verweven. De muziek spreekt meer voor de karakters dan hun dialogen. De aantrekkingskracht tussen de twee hoofdrolspelers is echt. Dit maakt het liefdesverhaal mooi subtiel en overweldigend romantisch. Doordat het camerawerk heel losjes is, lijkt het eerder alsof je naar een documentaire kijkt over deze twee ‘gewone’ mensen en hun opbloeiende liefde dan dat je naar een film zit te kijken. Daarnaast is de film ook nog bij vlagen super grappig.
De chemie spat echt van het scherm, wat niet verwonderlijk is aangezien de twee ook buiten de film om een liefdespaar vormen. Once draait geheel om de muziek en koestert niet de ambitie meer te zijn dan dit. Toch hoeft men niet van melancholische folkmuziek te houden om gegrepen te worden door de charme van deze musical: John Carney heeft zijn doel bereikt.