Ken Loach stond altijd garant voor sociale drama’s die de toeschouwer met de neus op de rauwe werkelijkheid drukten. En ook The Angels’ Share heeft als al zijn films een kritische ondertoon over de foute verhoudingen tussen arm en rijk. De film won de Juryprijs van Cannes.
Robbie is een kleine crimineel in Glasgow, die een lieve vriendin heeft. Maar helaas heeft zij een patserige vader die in zo’n enorme SUV rijdt en die Robbie het leven zuur maakt.
Als hij vader wordt, zweert Robbie dat zijn zoon Luke nooit het tragische leven zal kennen dat hij heeft geleid.
Na zijn zoveelste klusje weet hij op het nippertje te ontkomen aan een gevangenisstraf en krijgt hij een allerlaatste kans door een taakstraf uit te voeren. Zo ontmoet hij Rino, Albert en Mo die vanwege hun criminele verleden ook niet gemakkelijk meer aan de slag zullen komen in de gewone maatschappij. Hun reclasseringsambtenaar Harry, die ze wel een verzetje gunt, neemt ze stiekem mee naar een whiskystokerij. Daar worden ze ingewijd in de geheimen van het maken en proeven van whisky. En laat nou net Robbie zo’n verfijnde neus blijken hebben voor de nationale drank van Schotland dat hij feilloos de beste whisky eruit kiest!
Zo komt van het een het ander. De wereld van de dure malt whisky’s speelt zich af tussen Engelse snobs, Arabische oliesjeiks en Russische oligarchen. Door een list komen Robbie en zijn vrienden in die kringen terecht en wonen de veiling van het duurste vat whisky bij. De truc is nu om daarvan ook een graantje mee te pikken!
Met zijn 76 jaar heeft Loach zich in de voetsporen van Woody Allen en Clint Eastwood begeven en het is geweldig hoe hij met The Angels’ Share weer een verrassende film uit zijn ‘hoge hoed’ heeft weten te toveren.