The Cut, genomineerd bij het 71ste filmfestival van Venetië, raakt een diep Turks taboe: de genocide waarbij een miljoen Armeniërs omkwamen. De Turks-Duitse filmer Fatih Akin ging eerder Turkse taboes te lijf: zijn films Gegen die Wand (2004) en Auf die Andere Seite (2007) sneden subtiel en vrijmoedig de Turkse familiemoraal, homoseksualiteit, vrouwenrechten en politiek activisme aan. Hij ziet The Cut als sluitstuk van een Turkse trilogie, die hij ‘Liefde, Dood en de Duivel’ noemt.
Mardin (Turkije), 1915. Op een nacht drijft de Turkse gendarmerie alle Armeense mannen samen. Ook de jonge smid Nazaret Manoogian wordt van zijn familie gescheiden. Hij slaagt er evenwel in om de genocide op zijn volk te overleven en komt er jaren later achter dat zijn tweelingdochters het mogelijk ook hebben overleefd. Hij is vastbesloten om hen terug te vinden en zijn zoektocht leidt hem van de woestijn van Mesopotamië naar Havana en uiteindelijk North Dakota.
