In tegenstelling tot de reconstructie, simpelweg getiteld ‘The Doors,’ die Oliver Stone in 1991 regisseerde, heeft DiCillo een stapel archiefmateriaal gecompileerd tot een vlotte documentaire. In vogelvlucht word je meegenomen van de opkomst van de legendarische band naar de tragische dood van Jim Morrison. De authentieke beelden van de vele krankzinnige optredens van de band worden niet onderbroken door ellenlange interviews, maar door Johnny Depp die het verhaal vertelt.
When You’re Strange biedt een uitgelezen mogelijkheid om kennis te maken met deze legendarische band. Maar deze documentaire zal vooral koren op de molen zijn van de doorgewinterde Doors-fan. Misschien niet zozeer vanwege de informatieve waarde, maar vooral dankzij de originele beelden. Met name die van de concerten waar Jim Morrison zich echt de ‘Lizard King’ waande (en door agenten van het podium gesleept moest worden wegens onzedelijk gedrag) zijn onvergetelijk. Daar kan zelfs de uitstekende Morrison-vertolking van Val Kilmer in de eerdergenoemde speelfilm van Oliver Stone niet tegenop: er is en blijft maar één Jim Morrison.
Kijk toe hoe Morrison over het podium krioelt of diep in de camera kijkt. Zelfs als hij niets doet, zuigen zijn strakke leren broeken en zinnelijke lippen de blik automatisch naar zich toe. Hij is gek, geniaal, gevaarlijk en vaak onder invloed. Zijn medebandleden spelen verbeten door: de stille kracht op de achtergrond.
In When you’re strange combineerde DiCillo archiefmateriaal van The Doors, de Vietnamoorlog, de moord op de Kennedy’s en alle andere belangwekkende gebeurtenissen uit de periode 1965-1971. De beelden en de muziek spreken voor zich. Zet dat lukraak achter elkaar en je hebt geen woorden nodig om de magie van The Doors te verklaren.