“The King” leeft voort, in ieder geval in de vorm van Elvis-imitator Carlos. Overdag een lusteloze fabrieksarbeider, ’s nachts een ster in de glamoureuze wereld van celebrity-imitators in Buenos Aires. Zijn geloof in de reïncarnatie van Elvis leidt tot ontkenning van de eigen realiteit. Wanneer zijn ex-vrouw een ongeluk krijgt en hij voor zijn dochter Lisa Marie moet zorgen, moet hij zijn prioriteiten herzien.
De acteur die Carlos speelt, is ook in het echt een Elvis-imitator en dat merk je. Zijn hele ziel en zaligheid legt hij in zijn vertolking van Unchained Melody en alle remmen gaan los als hij I’ve hungered for your touch zingt. Ook zijn versie van Always on my Mind mag er wezen. Maar hij heeft ook wel eens een mindere dag, de tragiek die als een goedkope parfum om een imitator heen hangt, is ook hem niet vreemd. Daarom geeft hij zijn dochter, toepasselijk Lisa Marie genaamd, één advies: ‘Hou je hoofd altijd omhoog!’
Carlos is niet de enige imitator die hoopt samen te vallen met zijn idool. In vermakelijke scènes lopen veel lookalikes door het beeld, van Barbra Streisand en John Lennon tot Britney Spears en Iggy Pop. Deze vorm van imitatie is een soort mimicry, een overlevingsstrategie, een manier om onaantastbaar te blijven door je voor te doen als een onaanraakbaar persoon. Het is camouflage in de spotlights
De debuutfilm van Armando Bó is een subtiele parabel over obsessies en het volgen van idealen in weerwil van een treurige realiteit. Debuterend acteur John McInerny zet Carlos prachtig neer en schittert niet alleen door zijn geweldig zangtalent. Je hoeft dus geen doorgewinterde Elvis-fan te zijn om van The Last Elvis te kunnen genieten!