Documentairemaker John Appel speurt naar het wezen van de gokverslaving.
Hij belicht het leven van 4 gokkers, waaronder zijn vader. Die nam Appel jr. als jongetje mee naar de paardenrennen in Duyndigt.
Aan de hand van oude familiefoto’s en filmpjes probeert Appel dichterbij zijn vader te komen. Die wist met zijn gokverslaving het familieleven behoorlijk te ontregelen; zodanig dat zijn zoon bij het vorderen van zijn leeftijd wilde weten wie de man achter de verslaafde was. Hij was een fervent casinobezoeker; daar bestaat voor de gokker alleen toekomst, over verliezen uit het verleden hebben we het niet meer. Ergens in het casino bevindt zich de Heilige Graal, het ei van Columbus en vader Appel dacht dat hij het had gevonden!
Ook van belastingontduiking was hij niet vies. Hij deinsde er niet voor terug als penningmeester te speculeren met het de inhoud van de clubkas. Voor hem bracht dat kleur en avontuur in zijn leven. Zijn vaders denkwijze wordt geïllustreerd met goedgekozen anekdotes.
Om die raadselachtige gokdrift te begrijpen, klopt Appel ook bij andere goklustigen aan. Risico’s nemen is voor de gokker juist de aantrekkingskracht waarom je ’t allemaal doet. Zoals een bookmaker bij het paardenrennen, die als moppentapper met zijn Haags accent de mensen zo om de vinger wist te winden.
Dat deze mensen vaak eenzame figuren blijken te zijn, wordt met de verhalen die ze Appel vertellen, wel duidelijk. Hilarisch en treurig is de oplichter, die al voor de zesde keer achter de tralies belandt. Die wist nota bene de regisseur zelf om de tuin te leiden.
The Player is de meest persoonlijke film van John Appel, die in ’99 met André Hazes – zij gelooft in mij de Joris Ivens Award won. Deze boeiende documentaire werd op het documentairefestival IDFA uitgeroepen tot beste Nederlandse productie.