Een machtige vijgenboom die kraakt in zijn schors vormt de spil van The Tree, de Australische film van Française Julie Bertucelli. De regisseur weet een mooie mengeling te maken van grote gevoelens en nuchterheid.
De film is net zo nuchter als het Australische gezin dat een grote klap krijgt te verduren: de vader en echtgenoot overlijdt waarna ieder gezinslid zijn dood op eigen wijze moet verwerken. Hoewel rouw, woede en eenzaamheid door de hele film zijn verweven, wordt de boekverfilming The Tree nooit dramatisch. Zelfs niet als de film zich op vaag terrein begeeft en suggereert dat de vader is gereïncarneerd in de machtige boom die in de tuin staat.
Bertucelli weet dit idee zó te brengen dat zelfs de nuchterste kijker bij de les blijft. De stappen die de jonge weduwe zet naar een zelfstandig leven (ze zoekt werk en wordt opnieuw verliefd ), worden stap voor stap gevolgd en geven de film vaste grond.
Ook het spel van Charlotte Gainsbourg draagt er in hoge mate aan bij dat The Tree zich staande houdt. De echte boom in de tuin kraakt in al zijn voegen als er een orkaan over het land raast. Die verwoestende storm is de dramatische culminatie van het rouwproces. Misschien is het niet heel subtiel dat die orkaan alles dreigt weg te blazen, maar het is wel heel spannend om ernaar te kijken.
Ondertussen klampt de dochter zich aan de boom vast en wil er niet uitkomen, omdat ze haar vaders stem erin hoort.
Die vijgenboom is het angstaanjagende en tegelijkertijd troostende middelpunt van The Tree. Terwijl de zwiepende takken van de vijgenboom zich nauwer om het rouwende gezin sluiten, laten de filmbeelden ook de kijker niet meer los.