Films over sociale problematiek zijn meestal kritisch over het maatschappelijke systeem. Pierre Schöller pakt het in Versailles anders aan. In deze film werkt het sociale systeem juist in het voordeel van de zwaksten: een baan of voogdij krijg je vooral door inzet en goede wil. Niet het systeem, maar de mensen beperken zichzelf en elkaar. Al kunnen de onschuldige ogen van een kind heel wat deuren openen.
Samen met haar vijfjarige zoontje Enzo zwerft Nina door Parijs. Ze is werkeloos en met haar familie heeft ze verder geen contact. Ze komen terecht in het gebied rondom het paleis van Versailles. Daar ontmoet ze Damien (gespeeld door de onlangs overleden Guillaume Depardieu) die ook in de marge van het bestaan leeft. Nadat ze de nacht met hem heeft doorgebracht, besluit ze de volgende morgen zonder haar zoon verder te trekken. Damien heeft geen andere keus dan zich over de jongen te ontfermen. Hij is zo met de jongen begaan dat hij zijn vrije bestaan opgeeft, een baan vindt en het vaderschap over Enzo opeist. Vervolgens laat hij de kleuter echter achter bij zijn eigen vader en verdwijnt.
De kleine Enzo haalt het beste in iedereen naar boven. Terwijl Nina elders haar bestaan opbouwt, ontwapent Enzo Damien met zijn puurheid. Met zijn gigantische bruine ogen – de casting had niet beter gekund – doet hij niets fout, maar toch wordt hij constant verlaten. De scène waarin Damien hem in al zijn kinderlijke onschuld bedriegt en hem hulpeloos achterlaat, zal het hart van het publiek niet onberoerd laten.