In 2006 komt in Nepal een einde aan tien jaar burgeroorlog. Volgens de nieuwe grondwet zijn alle burgers gelijk. Maar argwaan en wrok slijten langzaam. Oude tradities zijn hardnekkig, evenals het kastensysteem en de vrouwenonderdrukking. Dat merkt voormalig strijder Chandra als hij na de dood van zijn vader terugkeert naar zijn dorp.
Chandra’s vader Chitra, een trouwe royalist, is boven in zijn slaapkamer overleden. Volgens de gewoonte mag het lijk niet via de voordeur naar buiten worden gedragen, maar moet het vanuit het kleine slaapkamerraam naar beneden worden gebracht om vervolgens via een steile bergweg naar de oever van de rivier te worden getransporteerd voor de crematie.
Onderweg met het lijk naar de crematieplaats raakt Chandra slaags met zijn broer Suraj, waardoor de lijkkist halverwege de berg komt vast te zitten. Chandra zoekt hulp bij de politie, voormalige strijdmakkers en andere dorpelingen. Terwijl iedereen ruzie maakt, zorgen kinderen ervoor dat het lijk beneden komt. Zij zorgen ervoor dat White Sun ook over generaties gaat. Halsstarrige volwassenen willen hun menselijkheid nog weleens vergeten als de verhoudingen verziekt zijn.
White Sun is een krachtig pleidooi voor meer tolerantie om de verdeeldheid te overwinnen die is blijven bestaan na tien jaar burgeroorlog. Regisseur Deepak Rauniyar weet alles perfect in balans te houden. Het vervoersprobleem met de lijkkist een prachtige metafoor voor een land in transitie.