Youssou N’Dour (Dakar, 1959) is een van de weinige Afrikaanse popsterren die, door zijn samenwerkingsprojecten met muzikanten als Peter Gabriel en Neneh Cherry, al lange tijd in het westen bekend en populair is. Het tijdschrift Time verkoos hem in 2007 zelfs tot een van de honderd meest invloedrijke mensen ter wereld, een eretitel die hij vooral te danken heeft aan zijn werk als mensenrechtenactivist. Muziektijdschrift Rolling Stone omschreef hem als een zanger in wiens stem de geschiedenis van Afrika besloten ligt. In eigen land staat hij daarnaast ook bekend als ‘griot’, een volkszanger die in liederen en verhalen de orale traditie van het land in stand houdt.
De documentaire over Youssou N’Dour gaat over de mix tussen politiek bewustzijn en muziek die Ndour zo bijzonder maakt. De film gaat van start in 2004 toen N’Dour het album ‘Egypt’ uitbracht. Dat greep terug op zijn religieuze en muzikale tradities waarin geesten en profeten zij aan zij dansen. Hij presenteert op de plaat een lichte, zelfs speelse, op de Soefi-mystiek geïnspireerde tolerante variant van de islam. Dat werd hem zo kort na 9/11 in het islamitische Senegal niet in dank afgenomen, zeker niet toen hij besloot de CD nog eens tijdens de ramadan te lanceren.
Filmmaakster Elizabeth Chai Vasarhelyi laat zien hoe Youssou N’Dour omgaat met tegenslagen en uiteindelijk steeds weer het publiek voor zich weet te winnen, zowel thuis als daarbuiten. De documentaire I bring what I love opent de deur naar een hoopvol leven met respect voor familietradities, het vertellen van verhalen en het verlangen om muziek met de wereld te delen.