Welcome heeft de Franse publieke opinie flink op zijn kop gezet. Niet omdat de speelfilm de belabberde leefomstandigheden toont van de rond Calais zwervende illegalen. En ook niet omdat Welcome laat zien hoe gevaarlijk de clandestiene oversteek naar Engeland kan zijn. Maar vooral vanwege de hulp die een doodgewone Fransman aan een illegaal biedt.
Die doodgewone Fransman is zwemleraar Simon. In het Frankrijk waar de wetgeving het burgers verbiedt om illegalen bij te staan, ontfermt hij zich over Bilal, een Irakese jongen. Bilal wil het kanaal oversteken om zich te voegen bij zijn vriendinnetje in Engeland. Simon kan hem als zwemleraar helpen om die hindernis te nemen. Wat volgt is niet alleen een schokkend beeld over het leven van de illegalen in de omgeving van Calais, maar ook het schitterende verhaal van twee mensen die iets ondernemen dat eigenlijk buiten hun mogelijkheden ligt. Bilal, die niet kan zwemmen, maar toch naar overkant wil en Simon die in scheiding ligt, maar niet zonder vrouw kan leven.
Philippe Lioret is duidelijk in zijn opvatting dat het Franse beleid tegenover illegalen en de onverschillige houding van de Franse bevolking te vergelijken valt met het lot van de Joden tijdens de tweede wereldoorlog. Hij laat ons vluchtelingen zien die door de politie gemerkt worden met een nummer. We zien Arabieren die niet toegelaten worden tot een winkel. Pijnlijk is vooral de scene waarin Bilal zich met een aantal lotgenoten heeft verstopt in een vrachtwagen naar Engeland. Bij de grens moeten de mannen een plastic zak over hun hoofd doen omdat de politie de vrachtruimtes controleert met apparaten die uitstoot van koolstofdioxide meten. Voor deze illegalen geldt: verboden adem te halen – een onaangenaam beeld, en helemaal van deze tijd.