De persoon Hadewijch is gebaseerd op de 13e eeuwse Brabantse dichteres en mystica Hadewijch. Aan de basis voor de film Hadewijch ligt regisseur Dumonts ontdekking van haar visioenen en haar mystiek, die een grote verwondering bij hem teweeg brachten.
Hadewijch is een novice, iemand die zich een jaar of twee voorbereidt op de intreding in het klooster. Haar liefde voor Jezus/God is zo intens en haar bezigheden zo gericht op het geestelijke, dat zij zichzelf dreigt te verwaarlozen. Bezorgd, maar ook wat kregel over de monomane onderwerping van Hadewijch, besluit moeder-overste dat zij haar leven beter buiten het klooster kan voortzetten om zich weer bewust te worden van het materiële en de anderen om haar heen. Als haar geloof oprecht is, zal zij God ook elders in de wereld vinden.
Buiten het klooster wordt Hadewijch weer bij haar wereldlijke naam, Céline, genoemd. Zij keert terug naar haar gegoede ouders in Parijs, die echter frequent afwezig zijn. Op een van haar tochtjes door de stad leert Céline Yassine kennen, een jongen uit de buitenwijken. Zij trekt een tijdje met hem op. Na zijn avances maakt zij hem duidelijk dat haar liefde en haar lichaam God toebehoren. Hij respecteert dat en brengt haar in contact met zijn diepgelovige broer Nassir. Tussen de christelijke Céline en de islamitische Nassir ontstaat een opmerkelijke en dynamische relatie op het scherpst van de snede.
Een van de mooiste scènes uit Dumonts Hadewijch speelt zich af in een klein kerkje. Precies op het moment dat een gezelschap musici de aria ‘Gebt mir meinen Jesum wieder’ uit Bach’s Matthäus Passion repeteren. Ze dwaalt even door de kerk en gaat dan op een houten bankje zitten. Terwijl Bach’s devote noten door de ruimte klinken, zoomt de camera langzaam in op het gezicht van Céline, die in vervoering raakt. De eenwording met Christus, waar ze in het klooster zo neurotisch naar streefde, overkomt haar nu gewoon.