Het is 1938 en schoolmeester Michele Casali en zijn mooie, maar afstandelijke echtgenote Delia wonen met hun zeventienjarige dochter Giovanna in Bologna.
Het meisje is stil en labiel, maar wordt door haar vader op handen gedragen. Ze lijdt onder een tekort aan aandacht van jongens en Michele probeert op allerlei manieren haar zelfvertrouwen op te krikken. In het begin is dat grappig, maar door zijn goedbedoelde pogingen om haar aan de man te brengen, leeft Giovanna steeds meer in haar eigen wereld. Ze pleegt een moord en wordt opgenomen in een psychiatrische kliniek.
De Tweede Wereldoorlog breekt uit, Bologna wordt gebombardeerd, Michele verlaat Delia, Italië wordt bevrijd door de geallieerden en Giovanna wordt uiteindelijk ontslagen en komt terecht in een nieuwe wereld. Tijdens de winter van 1953 wanneer Bologna zich hersteld van de gruwel van de oorlog, kruisen Delia’s en Giovanna’s blikken elkaar in de duisternis van een kleine bioscoop.
Alle personages in Il papà di Giovanna hebben twee kanten. De vader is mislukt als kunstenaar en als kostwinner, maar staat altijd klaar voor zijn dochter. Het is hartverscheurend om te zien dat zij, mede door zijn onvermogen om hard tegen haar te zijn, steeds verder afglijdt.
Il papà di Giovanna is bij vlagen frustrerend en moeilijk te duiden. Het lijkt of regisseur Avati heeft willen zeggen: iemand die fout is, kan toch goede dingen doen en eerzaam zijn. Iemand die een slechte daad begaat, zoals Giovanna, hoeft niet per se slecht te zijn. Iedereen heeft recht op vergeving en iemand die onvoorwaardelijk van ze houdt. En het is nooit te laat om het toch nog eens te proberen.