Met de aangekondigde bezuinigingen in de Nederlandse kunst- en cultuursector is het aloude vraagstuk weer eens opgerakeld of kunst afhankelijk mag zijn van subsidie of dat de sector financieel op eigen benen moet kunnen staan. Dat vraagstuk kan worden herleid naar de vraag voor wie kunst eigenlijk wordt gemaakt: de kunstenaar of het publiek? Deze vragen komen, op zeer hilarische wijze, aan de orde in (Untitled).
Centraal staat Adrian, een componist van experimentele muziek die vooral gemaakt wordt door glazen kapot te gooien en tegen emmers aan te schoppen. Het aantal toeschouwers dat bij een uitvoeringen tot het einde in de zaal blijft zitten, is dan ook niet veel groter dan het aantal mensen dat op het podium staat.
Zijn broer Josh geniet echter veel succes met zijn schilderkunst. Dat deze werken niets anders zijn dan iedere keer dezelfde compositie van pastelkleuren op doek, maakt ze commerciëel erg aantrekkelijk, tot Adrians frustratie.
Madeleine, de galeriehoudster die Josh’ werk tentoonstelt, woont een concert van Adrian bij en ziet meteen mogelijkheden. Adrian brengt zijn muziek voortaan ten gehore op de vernissages van Madeleines galerie en zij krijgen een relatie. Maar al snel komt zij erachter dat zijn introductie in de hippe New Yorkse kunstwereld niet zo uitpakt als zij gehoopt had. Mensenhater Adrian laat niet erg gemakkelijk met zich pronken.
Het mooie van (Untitled) is dat elk personage een bepaalde groep vertegenwoordigt die betrokken is bij de kunstwereld. Naast de onbekende en onbegrepen kunstenaar, is er de weinig artistieke, maar succesvolle schilder en de galeriehoudster wier persoonlijke artistieke voorkeur steeds meer overeenstemt met de financiële belangen van de galerie. In haar galerie exposeert bijvoorbeeld een arrogante kunstenaar van wie het oeuvre bestaat uit opgezette dieren in bizarre poses, een andere maakt furore door alleen titels aan de muur te hangen, de kunst zelf is afwezig! Ook loopt er een kunstverzamelaar rond die zijn verzameling puur consumptief benadert.
(Untitled) bevat een mooie balans tussen satire en drama en won een prijs op het Leids Film Festival. Volgens de jury verdient de film het door een breed Nederlands publiek te worden gezien.