In dit oorlogsdrama dat zich afspeelt in China passeren diverse thema’s de revue. Het is een meeslepende film over liefde, loyaliteit en pacifisme met als belangrijkste dilemma: blijven de hoofdpersonen met de weeskinderen in het oorlogsgebied of vluchten ze naar een veiliger oord. De voettocht die in The Children of Huang Shi wordt afgelegd werd door ‘The Times’ omschreven als ‘The long march of a forgotten English hero’ en is gebaseerd op waargebeurde feiten.
Na de Japanse invasie van het Chinese Mantsjoerije in 1937, lopen de spanningen in heel China hoog op. De jonge Britse journalist George Hogg (Jonathan Rhys Meyers) krijgt ongevraagd de leiding over een jongensweeshuis, een lastige taak vanwege zijn gebrekkige kennis van de Chinese taal en cultuur. Gelukkig krijgt hij hulp van de stoere Australische verpleegster Lee Pearson (Radha Mitchell).
Als de oorlog het weeshuis erg dicht begint te naderen, organiseert Hogg samen met Lee en guerrillastrijder Chen (Chow Yun-Fat) een enorme voettocht dwars door China om de zestig weesjongens in veiligheid te brengen. Ze trotseren de koude winter om dwars door de woestijn de veilige tempels van Shandan te bereiken.
Wat ‘The Children of Huang Shi’ zo boeiend maakt, is dat er zo waanzinnig veel gebeurt in dit spektakel. Als kijker krijg je nauwelijks de tijd om alles goed in je op te nemen. Komt er geen eskader Japanse bommenwerpers over, dan zorgt een zandstorm weer voor narigheid, anders krijgt een van de hoofdpersonen wel een ziekte en natuurlijk is er de vraag wat gebeurt er met de twee hoofdpersonen.
Op de momenten dat de actie stilvalt, zoals in het lange middendeel, zorgen de prachtige natuurbeelden weer voor afleiding. Het is een actiefilm en een romantisch heldenverhaal ineen.
