Regisseur Diederik van Rooijen is niet bepaald subtiel in zijn verfilming van Daglicht de gelijknamige bestseller van Marion Pauw. De jonge advocate Iris (Angela Schijf) ontdekt dat haar moeder (Monique van de Ven) jaren verborgen heeft gehouden dat ze een oudere broer heeft. En niet zonder reden: deze broer Ray (Fedja van Huêt) verblijft in een tbs-kliniek omdat hij een dubbele moord heeft begaan.
In haar vrije tijd duikt Iris in Ray’s dossiers. Ondertussen moet ze ook de zaak van haar pornoproducerende broer(Thijs Römer) tot een goed einde brengen en is ze ook nog de alleenstaande moeder van de zevenjarige Aron, die net als Ray kampt met autisme.
Daglicht is een puzzel en de maker laat geen moment onbenut om dat te benadrukken. In de eerste minuten van de film krijgen we het litteken van een brandwond op de rug van hoofdpersonage Iris te zien en je kunt er vergif op innemen dat die later in het verhaal terugkomt. Het ligt er misschien wat dik bovenop allemaal, de wetenschap dat alles met elkaar te maken heeft, met scènes vol indringende en mysterieuze blikken, geheimzinnige ontmoetingen en toevallige versprekingen. Toch werkt dat wel in deze onderhoudende en spannende thriller.
Knap ook dat Van Rooijen er in slaagt de verschillende plotlijntjes overzichtelijk door elkaar te vlechten. Vergeleken met polderthrillers zoals De Heineken Ontvoering en De Verbouwing blijft Daglicht prima overeind. Dat is ook te danken aan het sterke spel van de acteurs. Vooral Fedja van Huêt zet de autistische Ray ijzersterk neer als een over-the-top Rain Man. In dit personage kan hij zijn complete arsenaal tics en vreemde stembuigingen kwijt, zonder uit de bocht te vliegen. Ondanks de woede-uitbarstingen van zijn personage maakt Van Huêt hem op knappe wijze een stuk innemender dan zijn grauwgrijze gelaat doet vermoeden.