Venetië, 1765. De Tsjech Josef Myslivecek droomt van een carrière als operacomponist, maar in een stad vol talenten en gevestigde namen lijkt dat onmogelijk. Myslivecek is echter getalenteerd en daarnaast onweerstaanbaar charmant. Wanneer hij de minnaar wordt van een vooraanstaande markiezin die hem onder haar hoede neemt, lijken zijn kansen op een doorbraak te groeien. Getransformeerd krijgt hij een unieke opdracht: een opera componeren voor Teatro San Carlo in Napels, destijds het grootste theater van Europa. Al gauw groeit ‘De Bohemer’ uit tot de beroemdste componist van het moment. Een slopende ziekte, veranderende mode en armoede betekenen echter het begin van zijn onvermijdelijke ondergang.
Josef Myslivecek is nu vrijwel vergeten, maar was de populairste operacomponist van zijn tijd én een inspiratiebron voor en vriend van de nog jonge Mozart.