Na zijn multiculturele drama Crash (in 2004 bekroond met de Oscar voor de beste film), besloot Paul Haggis opnieuw een kritische film te maken. Dat werd In the Valley of Elah; een dapper, bij vlagen ontroerend verhaal over de consequenties van het voeren van oorlog. Aanvankelijk waagde geen enkele studio zich aan een kritische film over ‘The war on terror’. Pas vorig jaar kon hij worden gemaakt, vooral met buitenlands geld. De film mijdt elk expliciet commentaar op de oorlog in Irak, maar de boodschap is duidelijk!
Een man wordt wakker gebeld. Of hij weet waar zijn zoon is. ‘Mijn zoon? Die is toch in Irak!’, antwoordt hij verbaasd.
Hank Deerfield – gespeeld door Tommy Lee Jones, genomineerd voor een Oscar- is een gepensioneerd militair politieman die de kadaverdiscipline nooit van zich heeft afgeschud. Het telefoontje laat hem niet los en hij besluit per direct naar de militaire basis af te reizen. ‘Maar dat is twee dagen rijden’, zegt zijn vrouw. ‘Niet zoals ik rij’, zegt Hank.
De zoon blijkt lichamelijk ongeschonden teruggekomen te zijn uit Irak, maar is daarna spoorloos verdwenen. Op diens mobiele telefoon staan geen aanwijzingen voor wat er na zijn terugkeer gebeurd kan zijn. Naarmate Hank zich echter meer bemoeit met het gebeurde, komt hij steeds meer tot het te besef dat de wereld zoals hij die kende’, steeds onbegrijpelijker wordt.
No country for old man toonde het al en deze film bevestigt het opnieuw: het gezicht van Tommy Lee Jones is een film op zich. Wat er zich allemaal op dat diep verweerde gelaat afspeelt, spreekt boekdelen. Zijn personage is, net zoals de sheriff in No country, op zichzelf teruggeworpen. Op zijn speurtocht naar zijn zoon krijgt hij dan ook geen enkele hulp van het leger. De enige die hem steunt is een vrouwelijke rechercheur (Charlize Theron).