Zo veel is er niet nodig om een goede film te maken. Matías Bize maakte in 2005 het geprezen En la Cama, een intiem drama, volledig opgenomen binnen de muren van een hotelkamer. Bizes nieuwste La Vida de los Peces (winnaar v.d. Goya Award 2011) speelt zich ook af in één ruimte en gaat eveneens over ontmoetingen, maar dan tussen mensen die elkaar snel uit het oog zullen verliezen. Een schrijnend en ingetogen portret over levens die langzaam uit elkaar gegroeid zijn.
Dertiger Andrés is een reisjournalist die tien jaar geleden zijn leven in Chili achter zich liet om de wereld over te reizen, met een thuisbasis in Berlijn. Hoe lang hij al terug is wordt niet duidelijk, wel dat hij de volgende dag alweer moet vertrekken. In real time zien we hoe hij de laatste anderhalf uur van een verjaardag in zich opneemt. Hij spreekt met oude vrienden en een ex-vriendin, die in de afgelopen tien jaar geen van allen stil hebben gezeten.
Het uitgangspunt van La Vida de los Peces is simpel, maar het werkt uitstekend: Andrés loopt langs verschillende kamers, komt bekenden tegen en raakt aan de praat. Iedere nieuwe dialoog komt natuurlijk over en is zorgvuldig opgebouwd. Het gevaar dat een volgend gesprek als een herhaling overkomt ligt op de loer, maar het scenario, de montage en het camerawerk zijn erg afwisselend, ondanks de sterke beperkingen in plot, tijd en ruimte.
Hoofdrolspeler Santiago Cabrera houdt zijn spel klein en stil, maar weet met zijn lichaamshouding en subtiele blikken knap de onderhuidse emoties van zijn personage prijs te geven.
La Vida de los Peces is een intiem en in melancholie gedrenkt portret over heimwee naar het verleden. Dat thema wordt subtiel aangepakt, zonder te veel details weg te geven. Wat de personages hebben meegemaakt is niet precies duidelijk, wat hun te wachten staat evenmin. De film draait om dat ene moment waarin ze beseffen dat tijden en dromen vervliegen. Het wordt prachtig verbeeld in de slotscène, waarin een serie wederzijdse blikken boekdelen spreekt.