Napoleon Bonaparte (1769-1821) begreep al op jonge leeftijd de waarde van kunst en was geboeid door de schoonheid ervan. Hij heeft zijn plannen voor het militair veroveren van gebieden over de hele wereld dan ook altijd gecombineerd met het verzamelen van kunst. Hij bracht kunstwerken van over de hele wereld naar Frankrijk vanuit zijn overtuiging dat cultuur en kunst voor iedereen toegankelijk moet zijn.
Napoleon gebruikte kunst als politiek-ideologische steun om zichzelf te legitimeren als erfgenaam van de klassieke wereld. Het was ook een instrument voor de esthetische, morele en burgerlijke opvoeding van burgers én een propaganda-object en oorlogsbuit voor het revolutionaire Frankrijk. Oscarwinnaar Jeremy Irons neemt ons mee van de Brera Academie en Dom in Milaan, naar het Louvre in Parijs, in gezelschap van gerenommeerde internationale kunsthistorici.