Op 75-jarige leeftijd debuteert acteur Dustin Hoffman (Kramer vs Kramer, Rain Man) als regisseur met een geestige komedie met sterke acteurs over een viertal gepensioneerde operazangers in een zeer esthetisch Brits decor. Maar de film is meer. Tussen de vrolijkheid door is Quartet een ode aan de opera en een confrontatie met de menselijke vergankelijkheid.
Het is een drukke bedoening in Beecham House want de jaarlijkse Verdi-gala-avond komt eraan. De egoïstische en nooit tevreden Cedric (Michael Gambon) coördineert het gebeuren en regeert met harde hand. Het niveau van de stukken en zangers is volgens hem beneden alle peil. Dit jaar is de noodzaak voor een goed programma groter dan ooit, want als Beecham geen nieuwe financiële weldoeners aantrekt, kan het wel eens finito zijn voor het luxe bejaardenverblijf.
Hoop op een geweldig programma voor de gala-avond en flink wat drama vieren hoogtij met de onverwachte komst van Jean (Maggie Smith). Deze voormalige operaster is veranderd in een onzekere, doch trotse diva. Ook de andere operavedettes zijn bepaald geen kleurloze knorrepotten die verveeld voor de tv hangen. Ze flirten, musiceren, zingen, salsadansen en bekvechten erop los. Hun taalgebruik doet opvallend jong en verrassend aan en werkt vaak op de lachspieren.
Naast de sterrencast die we gedeeltelijk kennen uit The Best Marigold Hotel en diverse Harry Potter films, maken de cinematografie en muziek de film de moeite waard. Het omringende landschap van Beecham is wonderschoon en mooi in beeld gebracht. Hoffman besloot zijn acteurs niet zelf te laten zingen, maar de muziek, gezongen door operagrootheden, onder de film te monteren. De aftiteling is daarom zeker het bekijken waard: alle namen van de originele sterren komen voorbij.