Iedereen heeft het wel ’s gehoord of zelfs meegezongen: “Dominique” van de zingende non. Nu is er de film over de Belgische Jeannine en hoe het allemaal is gekomen.
Jeannine groeide op in een middenstandsgezin, bakkerij en winkel. Dus de kinderen waren vooral op zichzelf aangewezen. Jeannine ’s jongere zus was haar luisterend oor over haar toekomstfantasie: “als missiezuster naar Afrika”. Al in die tijd speelde Jeannine gitaar en zong ze. Verder hield ze van voetbal.
Voor haar pech was dat haar ouders heel andere plannen hadden; ze moest na schooltijd ook in de bakkerij komen. En zorgen dat ze een leuke jongen aan de haak zou slaan. Zoveel onbegrip voor haar dromen deden Jeannine besluiten dan maar in het klooster te gaan. Daar moest het toch een wereld van pais en vree zijn. Nou, dat viel tegen. Ze moest zich aan alle huisregels houden, hoe jong ze ook was. Iedereen was tot wanhoop gedreven en moeder overste bedacht het beste wat mogelijk was; ze gaf Jeannine de ruimte om met zingen en gitaar bezig te zijn.
Daarmee ging de wereld open want Jeannine mocht zelfs voor optreden buiten het klooster. En toen werd ze “Soeur sourir” ofwel de lachende non omdat ze altijd een brede glimlach op haar gezicht had. Het succes buiten werd steeds groter en bracht dan wel mooi geld in het laatje voor het klooster, maar voor Jeannine was steeds terug in het kloosterleven te benauwend. Ze ging het klooster uit en voelde zich gelukkig als zangeres verder te kunnen. Maar ze mocht daarbuiten niet meer Soeur sourir heten en tja, dan ben je je aanhang snel kwijt. De kerkelijke instanties keerden zich tegen haar en toen ze in Canada een positief liedje over “de pil”( jaren ’60) zong, had ze het helemaal verbruid bij de gelovige aanhang.
Daar kwam nog bij dat Jeannine heel ongepast voor die tijd, met een vrouw ging samenwonen en de hele wereld keerde zich tegen haar.
Even had ze mogen proeven aan het geluk en haar zangcarrière, maar heeft niet lang mogen zijn doordat ze tegen allerlei normen en waarden opbotste die niet de hare waren.