“Hello, I’m Johnny Cash.” De echte fans horen deze woorden in hun dromen echoën, als woorden die zich genesteld hebben in de muzikale geschiedenis.
Maar verleden tijd wordt voor heel even weer tegenwoordige tijd: regisseur James Mangold neemt ons mee op een tocht in vogelvlucht over het leven van deze ‘Man in Black’.
Voor vele mensen is Johnny Cash een legende, zeker in de Verenigde Staten.
Hij was de man die zong en speelde voor iedereen die niemand anders had; de man die zichzelf als mens en muzikant opnieuw uitvond toen hij samen met June Carter voor gevangenen ging optreden.
Minder bekend is het verhaal van Cash dat zich voor die tijd afspeelde, toen hij zijn eerste stappen zette als beroemde muzikant maar bijna compleet ten val kwam voordat hij verlossing vond en tien jaar lang afwisselend wel én niet een zeer complexe relatie met June Carter had. Walk the Line gaat over die jaren, vanaf zijn jeugd tot en met zijn beroemde optreden in Folsom Prison en concentreert zich daarbij op de liefdesgeschiedenis van John en June. Zij hebben de film overigens niet meer kunnen zien; zij stierven allebei in de eerste helft van 2003, een paar maanden na elkaar.
De film doet in opbouw denken aan een andere recente biopic, ‘Ray’ (over Ray Charles, eveneens in ons filmhuis vertoond). Daar kwamen in dezelfde volgorde voorbij: de jeugd, de eerste auditie, het commerciële succes, de groupies, de drugsverslaving, de grote liefde, de bezinning en de uiteindelijke verheerlijking van de ster.
Toch is Walk the Line een op zichzelf staande film, met Reese Witherspoon die voor de vertolking van June Carter een Oscar voor ‘Beste Actrice’ in de wacht sleepte. Daarnaast wonnen zowel Phoenix als Witherspoon een Golden Globe en ook de film won een Golden Globe in de categorie Beste Musical of Komedie.